OORLOG OM EEN RELIKWIE
Door: tiny
27 Februari 2015 | Bhutan, Dzongkhag Punakha
PUNAKHA MET DZONG
Punakha is 300 jaar de hoofdstad geweest vanwege zijn strategische ligging op het kruispunt van twee rivieren. Bovendien is het er in de winter niet zo koud als in de rest van het land. Nog steeds trekken Bhutanezen in de winter naar Punakha.
De hoofdstad is verhuisd naar Thimpu omdat in de moderne tijd de nabijheid van een vliegveld in Paro belangrijk is. Thimpu ligt een uur rijden van Paro en is in een uur bereikbaar over de enige goede weg in Bhutan. Naar Punakha is het door de bergen te ver en onzeker met aardverschuivingen en sneeuw.
De dzong (kloosterfort)van Punakha is de een na grootste maar wel de mooiste van het land Dit is te danken aan zijn strategische ligging en doordat het de zetel van de koning was. Het is inderdaad een schitterend, kolossaal en imposant gebouw van enorme afmetingen. Het klooster is 180 meter lang en 72 meter breed. De wachttoren heeft zes verdiepingen. De oorspronkelijke dzong is uit 1676. Hij is sindsdien door aardbevingen en brand getroffen maar is geheel herbouwd. De kozijnen enz. zijn met schitterend en gedetailleerd houtsnijwerk versierd. Ook de tempel is prachtig versierd.
GEBALSEMDE LICHAMEN
In de dzong bevindt zich het gebalsemde lichaam van de terton Pema Lingpa. Hij was een beroemde leraar. Een terton is een schatzoeker naar boeddhistische inzichten. Als de tijd een nieuwe inzichten in het boeddhisme verlangt, kan een terton deze openbaar maken of ontdekken. Dit kunnen geschriften zijn maar hij kan ook zelf iets op papier zetten. Naast het lichaam van Pema Lingpa is hier ook het gebalsemde lichaam van Zhabdrung Ngawang Namgyal. Hij kwam in 1616 uit Tibet en was de stichter van Bhutan. Hij voegde allerlei kleine koninkrijkjes die onderling strijd voerden, samen tot een rijk. Hij was een zeer hoge lama maar zijn plaats in de hierarchie werd betwist door een ander. Deze wilde hem vermoorden. Hij week uit naar Bhutan. Beide gebalsemde lichamen zijn alleen toegankelijk voor de koning en het religieuze hoofd (Je Khenpo). Zij komen hier voor zegeningen en inspiratie voor hun werk.
NIET DODEN
In de rivier waaraan de dzong ligt, is het boordevol vissen. Volgens boeddhistische principes is het doden van levende wezens zoals mens, dier, insect, vis, vogel verboden. In Bhutan houdt men hier de hand aan. Het probleem is echter dat Bhutanezen wel vis en vlees eten. Om dit gebod te omzeilen wordt er vis en vlees geimporteerd. Onze gids moest lachen om deze ‘logica’.
OORLOG OM EEN RELIKWIE - DROMCHOE-FESTIVAL
Ieder jaar wordt het dromchoe-festival gedurende drie dagen opgevoerd. Het dromchoe-festival is uniek in Bhutan en wordt alleen in Punakha opgevoerd. Het verbeeldt de overwinning van Bhutan op de Tibetanen in 1639. De Tibetanen waren met hun leger Bhutan binnengevallen om het meest waardevolle relikwie – de Rangjung Kharsapani (een zelf-ontworpen beeld van Chenrezig, de boeddha van mededogen) te veroveren. De Tibetanen meenden dat zij er recht op hadden en niet de Bhutanezen. De Tibetaanse stichter van Bhutan Zhabdrung liet een zeer uitgebreide ceremonie uitvoeren waarbij het deed alsof hij de relikwie in de rivier wierp. Daardoor zou geen van beide partijen de relikwie bezitten. In werkelijkheid was het een namaak van de relikwie. Maar de Tibetanen dropen af. De relikwie is nog steeds in de dzong van Punakha.
We hebben een deel van de laatste dag van dit festival meegemaakt waarbij de krijgers in oorspronkelijke tenue zich voorbereiden op de veldslag. Ze doen langdurig dansen en af en toe slaken ze oorlogskreten. Regelmatig worden er een soort rotjes afgevuurd. De abt van het klooster zit van bovenaf op een troon toe te kijken. Er worden gebeden gereciteerd. Na twee uur dansen in traag tempo gaan de krijgers de trappen van de dzong af en maken met geheven zwaard rondedansjes om een kleine stupa. Uiteindelijk wordt de generaal op een ezel gehesen en gaan ze naar de rivier om daar enkele mandarijnen in de rivier te gooien. Tot slot komen de krijgers vreugdevol terug naar de dzong.
Het is interessant om het kleurrijke festival te zien maar na drie uur kijken en wachten was het nog lang niet afgelopen. Wat ook erg boeiend is, zijn de Bhutanese omstanders. Ze hebben vrije dagen voor het festival en komen in hun mooiste kleren opdraven. Zelfs de allerkleinsten zijn in klederdracht. Het festival is voor hun niet alleen een manier om positieve verdienste (karma) te verzamelen voor goede omstandigheden in dit leven en het volgende maar ze gebruiken het ook voor een gezellig samenzijn met familie en vrienden.
CHINA
De Bhutanezen geloven dat hun land gespaard blijft van een Chinese invasie omdat er zoveel relikwieen zijn. De verhoudingen met China zijn slecht. Er is geen Chinese ambassade. In het verleden gingen de Bhutanezen graag naar Tibet op pelgrimsreis. Dat is nu vrijwel onmogelijk. In plaats hiervan bezoeken ze de heilige boeddhistische plaatsen in India en Nepal.
Reageer op dit reisverslag
Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley