330 miljoen goden
Door: tiny
27 Maart 2014 | India, Bhubaneshwar
DE STAD BHUBANESWAR
Bhubaneswar is een betrekkelijk aangename stad. Niet meer de extreme luchtvervuiling en het getoeter uit vorige steden. De stad is iets ruimer opgezet. We lazen in The Times of India dat de prijs van de diesel met 4 eurocent per maand omhooggaat. De regering wil de subsidie op diesel afbouwen. Vanwege het grote aantal mensen dat onder de armoedegrens leeft, subsidieert de regering heel veel primaire levensbehoeften. Daar bovenop krijgen de allerarmsten nog eens korting op voedingsmiddelen. We zagen vanmorgen een arbeidsmarkt op straat. Een grote groep mannen wacht op een bepaalde plek met de hoop op werk voor een dag. Het is duidelijk te merken dat we zuidelijker zitten. De mensen zijn donkerder van huidskleur. Er zijn weinig moslims. De hindoes gaan nog vaak traditioneel gekleed.
Het is hier zo heet dat we alleen van 8.00 – 11.00 uur en van 15.00 – 18.00 uur op pad gaan. In de tussentijd kun je lunchen en slapen.
TEMPELS
Bhubaneswar was 2000 jaar geleden een zeer heilige stad met ongeveer 7000 tempels. Bovendien lag de deelstaat Orissa al ver voor onze jaartelling op een belangrijke handelsroute. Over zee werd handel gedreven met onder andere Indonesie. Toen de Mughals (moslims uit Afghanistan) in de 16e eeuw de stad veroverden, maakten ze de meeste tempels met de grond gelijk. Er resten nog ongeveer 50 tempels die dateren uit de 7e tot 11e eeuw na Chr. De acht mooiste hebben we bekeken. Het waren prachtige tempels met zeer fraaie versieringen, godenbeelden en afbeeldingen van verhalen in steen uitgebeiteld. De meeste tempels zijn nu nog in gebruik als heiligdom. Het leven rond de tempel is even fascinerend als de tempels zelf. Rond de tempels worden bloemenkransen, boterlampjes, kleurige kleden met goudkleurige draden enz. verhandeld. Er zijn vaak ook stalletjes waar eten en drinken wordt verkocht. Bij de ingang van de tempel zitten de bedelaars. Vaak mensen met een handicap. Ook lepra komt hier nog steeds voor. Soms zie je mensen bij wie de lepra zo heeft huisgehouden dat van de voeten en handen alleen nog stompjes over zijn. Bij de ingang van de tempel behoort iedereen zijn schoenen of slippers uit te doen. Op het tempelterrein worden toeristen meteen benaderd door een priester. Deze legt heel kort iets uit en vraagt vervolgens een forse donatie, die hij niet krijgt van ons .De gelovigen draperen kleurige beelden om een godenbeeld, slaan een kokosnoot kapot als offerande, versieren beelden met bloemblaadjes, besprenkelen beelden met water, branden een boterlampje of doen wat kleurstof op een beeld, maar bidden en knielen ook. Soms mag een niet-gelovige naar binnen in het allerheiligste, soms mag je niet eens het tempelterrein betreden. Men zegt dat bezoekers worden geweerd sinds de moslims in de 16e eeuw alles kort en klein hebben geslagen. Waarschijnlijker is dat niet-gelovigen als onrein worden gezien. Bij de grootste en zeer indrukwekkende tempel, de Lingaraj Mandir, mochten we niet op het tempelterrein. Er was een grote muur omheen gebouwd. Vanaf een speciaal voor toeristen gebouwd platform hadden we een goed overzicht op het enorme tempelcomplex. Ook voor het betreden van het platform werd een donatie gevraagd. De hindoes kennen in totaal ongeveer 330 miljoen verschillende goden en godinnen. De keuze voor het aanbidden van een bepaalde godheid hangt af van persoonlijke keus of traditie. Ik heb de moed opgegeven om ooit te kunnen doordringen in de hindoeïstische godenwereld.
YOGINI TEMPEL
In het dorpje Hirapur is een tempel gewijd aan een godin. De buitenkant is heel sober. Aan de binnenkant staan 64 beelden van een godin in nissen in de muur. Dit zijn de 64 verschijningen van de godin Kali of Durga. Op ieder beeld heeft ze een ander gezicht en andere kleren. De binnenkant is van boven open. Er bestaan maar vier van deze tempels in heel India. Er stond ook een vrouwelijke versie van de bekende olifantengod Ganesha, genaamd Ganeshi. Het was een eenvoudige maar heel bijzondere en verrassende tempel. Onderweg kwamen we dorpsvrouwen tegen met takkenbossen op hun hoofd. Die takken hebben ze nodig om vuur te maken voor het eten.
Bhubaneswar is een betrekkelijk aangename stad. Niet meer de extreme luchtvervuiling en het getoeter uit vorige steden. De stad is iets ruimer opgezet. We lazen in The Times of India dat de prijs van de diesel met 4 eurocent per maand omhooggaat. De regering wil de subsidie op diesel afbouwen. Vanwege het grote aantal mensen dat onder de armoedegrens leeft, subsidieert de regering heel veel primaire levensbehoeften. Daar bovenop krijgen de allerarmsten nog eens korting op voedingsmiddelen. We zagen vanmorgen een arbeidsmarkt op straat. Een grote groep mannen wacht op een bepaalde plek met de hoop op werk voor een dag. Het is duidelijk te merken dat we zuidelijker zitten. De mensen zijn donkerder van huidskleur. Er zijn weinig moslims. De hindoes gaan nog vaak traditioneel gekleed.
Het is hier zo heet dat we alleen van 8.00 – 11.00 uur en van 15.00 – 18.00 uur op pad gaan. In de tussentijd kun je lunchen en slapen.
TEMPELS
Bhubaneswar was 2000 jaar geleden een zeer heilige stad met ongeveer 7000 tempels. Bovendien lag de deelstaat Orissa al ver voor onze jaartelling op een belangrijke handelsroute. Over zee werd handel gedreven met onder andere Indonesie. Toen de Mughals (moslims uit Afghanistan) in de 16e eeuw de stad veroverden, maakten ze de meeste tempels met de grond gelijk. Er resten nog ongeveer 50 tempels die dateren uit de 7e tot 11e eeuw na Chr. De acht mooiste hebben we bekeken. Het waren prachtige tempels met zeer fraaie versieringen, godenbeelden en afbeeldingen van verhalen in steen uitgebeiteld. De meeste tempels zijn nu nog in gebruik als heiligdom. Het leven rond de tempel is even fascinerend als de tempels zelf. Rond de tempels worden bloemenkransen, boterlampjes, kleurige kleden met goudkleurige draden enz. verhandeld. Er zijn vaak ook stalletjes waar eten en drinken wordt verkocht. Bij de ingang van de tempel zitten de bedelaars. Vaak mensen met een handicap. Ook lepra komt hier nog steeds voor. Soms zie je mensen bij wie de lepra zo heeft huisgehouden dat van de voeten en handen alleen nog stompjes over zijn. Bij de ingang van de tempel behoort iedereen zijn schoenen of slippers uit te doen. Op het tempelterrein worden toeristen meteen benaderd door een priester. Deze legt heel kort iets uit en vraagt vervolgens een forse donatie, die hij niet krijgt van ons .De gelovigen draperen kleurige beelden om een godenbeeld, slaan een kokosnoot kapot als offerande, versieren beelden met bloemblaadjes, besprenkelen beelden met water, branden een boterlampje of doen wat kleurstof op een beeld, maar bidden en knielen ook. Soms mag een niet-gelovige naar binnen in het allerheiligste, soms mag je niet eens het tempelterrein betreden. Men zegt dat bezoekers worden geweerd sinds de moslims in de 16e eeuw alles kort en klein hebben geslagen. Waarschijnlijker is dat niet-gelovigen als onrein worden gezien. Bij de grootste en zeer indrukwekkende tempel, de Lingaraj Mandir, mochten we niet op het tempelterrein. Er was een grote muur omheen gebouwd. Vanaf een speciaal voor toeristen gebouwd platform hadden we een goed overzicht op het enorme tempelcomplex. Ook voor het betreden van het platform werd een donatie gevraagd. De hindoes kennen in totaal ongeveer 330 miljoen verschillende goden en godinnen. De keuze voor het aanbidden van een bepaalde godheid hangt af van persoonlijke keus of traditie. Ik heb de moed opgegeven om ooit te kunnen doordringen in de hindoeïstische godenwereld.
YOGINI TEMPEL
In het dorpje Hirapur is een tempel gewijd aan een godin. De buitenkant is heel sober. Aan de binnenkant staan 64 beelden van een godin in nissen in de muur. Dit zijn de 64 verschijningen van de godin Kali of Durga. Op ieder beeld heeft ze een ander gezicht en andere kleren. De binnenkant is van boven open. Er bestaan maar vier van deze tempels in heel India. Er stond ook een vrouwelijke versie van de bekende olifantengod Ganesha, genaamd Ganeshi. Het was een eenvoudige maar heel bijzondere en verrassende tempel. Onderweg kwamen we dorpsvrouwen tegen met takkenbossen op hun hoofd. Die takken hebben ze nodig om vuur te maken voor het eten.
Reageer op dit reisverslag
Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley
